Nieuwe meerwaardebelasting vanaf 2026: wat moet je hierover weten?

Hoewel het woord "belasting" vaak meteen tot ongerustheid leidt bij ondernemers, is het belangrijk te weten dat deze maatregel enkel geldt voor natuurlijke personen. Bedrijven en managementvennootschappen blijven buiten schot.

De nieuwe belasting treft meerwaarden die vanaf 2026 worden gerealiseerd bij de verkoop van financiële activa. Dat omvat onder andere:

• Aandelen (zowel beursgenoteerde als niet-beursgenoteerde)
• Obligaties
• Beleggingsfondsen en trackers (ETF’s)
• Verzekeringsproducten zoals tak 21, tak 23 en tak 26
• Cryptoactiva en vreemde valuta

De belasting bedraagt 10% op de gerealiseerde meerwaarde.

Belangrijk om weten: deze maatregel is een personenbelasting. Dat betekent dat vennootschappen – inclusief managementvennootschappen of holdings die een participatie verkopen – niet onder deze regeling vallen. Voor ondernemers die via hun vennootschap beleggen of aandelen van andere bedrijven aanhouden, verandert er dus niets.

De meerwaarde wordt bepaald door het verschil tussen de verkoopprijs en de aankoopprijs van het actief. Belangrijk:

• Voor bestaande investeringen geldt de koers op 31 december 2025 als startpunt. Dit voorkomt dat al opgebouwde meerwaarden worden belast.
• Is de oorspronkelijke aankoopprijs hoger dan de koers op 31 december 2025? Dan mag je alsnog de aankoopprijs gebruiken.
• Bij gespreide aankopen geldt de FIFO-methode (first in, first out) om de aankoopprijs te bepalen.

Er komt een vrijstelling voor de eerste 10.000 euro aan meerwaarden per persoon per jaar. Die drempel wordt bovendien geïndexeerd. Als je deze vrijstelling niet meteen gebruikt, kun je die gedurende vijf jaar jaarlijks met 1.000 euro laten oplopen, tot een maximum van 15.000 euro (exclusief indexatie).

Enkele veelvoorkomende beleggingen worden expliciet vrijgesteld van de nieuwe regeling:

• Pensioensparen
• Groepsverzekeringen

Deze blijven onder hun eigen fiscale regime vallen, waaronder de bestaande heffing van 8% op pensioensparen op je 60e.

Voor natuurlijke personen die minstens 20% van de aandelen van een bedrijf in handen hebben (een zogenaamd “aanmerkelijk belang”), geldt een bijzonder gunstig regime:

• Meerwaarde tot 1 miljoen euro: vrijgesteld
• Meerwaarde tussen 1 miljoen en 2,5 miljoen: 1,25% belasting
• Tussen 2,5 miljoen en 5 miljoen euro: 2,5%
• Tussen 5 miljoen en 10 miljoen euro: 5%
• Pas boven de 10 miljoen euro geldt het standaardtarief van 10%

Let wel: het percentage wordt per persoon beoordeeld. Je kan dus niet de aandelen van familieleden samentellen om aan het drempelpercentage te komen. Ook telt het belang op het moment van verkoop.

Minderwaarden mogen binnen hetzelfde jaar en binnen dezelfde categorie van activa in mindering worden gebracht van winsten. Voor goede doelen (vzw's die fiscale attesten mogen uitreiken) geldt een volledige vrijstelling. De bestaande Reynderstaks (30% op meerwaarden bij fondsen met veel obligaties) blijft bestaan, maar wordt beperkt tot de rente-inkomsten.

Om misbruik te vermijden, voorziet de federale regering extra maatregelen:

• Interne meerwaarden binnen vennootschapsstructuren worden belast aan 33%, om verschuivingen via holdings tegen te gaan.
• Exittaks: wie emigreert, blijft gedurende twee jaar na vertrek verplicht rapporteren over zijn financiële activa, inclusief meerwaarden. Zo wil de wetgever vermijden dat mensen op het laatste moment verhuizen om de belasting te ontwijken.

Als je financiële activa of aandelen in persoonlijke naam aanhoudt, dan zal je vanaf 2026 mogelijk onder deze nieuwe regeling vallen. Voor veel kmo-ondernemers speelt de relevante vraag echter: “Bezit ik deze activa privé of via mijn vennootschap?” Als het antwoord “via de vennootschap” is, dan heeft de nieuwe belasting geen impact op jouw bedrijfsstructuur of transacties. Enkel persoonlijke vermogenswinsten vallen onder deze regeling.